|
dat er een praatjesmaker verschijnt. Dat er een praatjesmaker verschijnt, maakt het troebel. Wat onze 'ik' voorstelt. De voorstelling schijnt zo echt, dat het helderder lijkt, dan waar het zich in voor is stellen. Nog niet bewust van het doek, is de aandacht bij de film erop. Het voelt de letters op een bladzijde, niet de leegte van het vel. Het onderscheidt zich als golf van de oceaan, zichzelf de oceaan achtend. Een mok is te pakken, de holte ervan niet. Zonder niets waar je iets in kan schenken, sluit ergens uit drinken uit. De hele mok pakken is niet te doen. De holte met een hand erin heeft jou, eerder dan andersom. Als de holte niet bij de mok hoort, schenk je er niets in noch uit. Je kan drinken, maar dan komt het niet uit de mok. 'Mag ik een mok met inhoud?' is het dan bijvoorbeeld. Je drinkt dan een inhoud, uit een inhoud. Zeg water uit een holte. Mede dankzij de mok. Gooi je alles onder een noemer, de mok, dan drink je uit een mok. Maar de mok pakken gaat dan niet. De holte is ontastbaar. Alledaags gebruik is zo alledaags niet. Aan tafel is het simpelweg een mok. Papa en mama hebben geen zin in raadsels en spelen de baas. Ze denken mogelijk dat kinderen het toch niet snappen. Laat staan of ze het zelf snappen. Kinderen zullen toch geen ingeving ontvangen, waar ze van versteld staan? Het is niet onmogelijk. Doorbreek de cirkel. Dans waar gedanst kan worden. Schrijf wat je niet laten kan. Zing er op los. Voel. De betekenis van een mok is bekend. Het is geen gegeven. Het is een mening. Ik ben een mening. Ik geef mijn mening. Dit zijn praatjes. Ik verschijn. Het kan helder lijken. Niets is minder waar. Is een appel nat? Is een appel droog? 'Allebei', zegt het kind. Het pakt een droge appel en snijdt het nat open. Kinderen onthouden we, wat we zelf niet willen. Totdat ze groeien en net als hun ouders met een onthouding lopen. Net als wilskracht een manier is, om te krijgen wat je wilt. Met de daarbij behorende angst. Je liet pa en ma hetzelfde doen.
|