'Ik hou van je'



is net als reclame een prima slagzin om jezelf aan te bieden. Om een ander te overtuigen van hoe je je voelt. Om ook voor jou te gaan. Maar begoocheling is het mede. Zoals het product in een advertentie, hoeft de verpakking niet overeen te komen met wat je vervolgens ontvangt. Dit is hoe het is. Het hoeft niet eens aan hetgeen in kwestie te liggen. Wat vaker het geval is dan een doorgestoken kaart. Al is de grens van manipulatie ook niet altijd helder. Onwetendheid en gebrek aan ervaring kunnen maken dat hetgeen zelf ook niet weet hoe dit uit kan pakken.
Wat vind je ervan dat er jaarlijks grofweg twee scheidingen per duizend mensen zijn? Dit stelt zestien miljard voor in verhouding tot de wereldbevolking. Los van dat mensen bij elkaar blijven, maar met de vraag hoe echt de liefde is. Wat liefde overigens is. Vooral wie het voorstelt. Dit kan aardig verschillen, ondanks het overeenkomstige woord. Om er diep op in te gaan zet je de televisie uit, leg je het maandblad weg en vraag je papa en mama niets.
Pak eens een goed boek. Zo'n schrijver die schuurt. Welke dingen zegt, die je niet wilt horen. Dan praten we verder. Of niet. Want net als na andere inzichten heb je elkaar dan eigenlijk niets te vertellen. Na drie keer een satsang te hebben bijgewoond, is het me helder dat ik er verstandig aan deed om wie het gaf niets verteld, noch gevraagd te hebben. Het is zinloos. Liever een gezamenlijke stilte zoals in meditatie, dan met wilskracht tot iets komen. Waar je van tevoren al weet hoe de vork (niet) in de steel zit.
Zo ook met liefde. Er is een kant, een prille, onrijpe en onvolwassen kant, die je prooi maakt van romantiek. Het idee dat je erbij wilt horen, iemand 'hebt' en franje voor je ziet. Van een gezamenlijke maaltijd en een strandwandeling tot de lekkerste seks... is geen behoefte, dames en heren. Het zijn verlangens, begeertes en het is de wil van het ego. Het is niet noodzakelijk, maar een door omgevingsfactoren opgedane misvatting van hoe we ons in actie kunnen zetten. Wat niet hoeft. Niemand heeft je iets gevraagd, noch dat je iets verplicht bent.
Er is niets mis met het idee dat dit in je opkomt. Juist niet. Hoe gewoon zijn gedachten en gevoelens? Gewoon genoeg. Naast dat het er ook gewoon genoeg zijn. Teveel als je het anders bekijkt. Nevens dat het verschijningen zijn in het lichaam en de geest. Er hoeft niet naar te worden gehandeld. Lees de Tao tot en met een spiritueel verantwoorde docent en je begrijpt maar al te goed hoe we ons leven anders kunnen leven, dan we tot nu toe doen. Niet eens hoeven te leven. Inzien dat het een illusie is, is genoeg. In de westerse wereld is het andersom. Hier doet niemand wat aan. Het zal zolang de mens bestaat zo blijven. Wat ook niet erg is. Je komt ergens vandaan. Een karakter kan pas worden gevormd, als er sprake is van een boog. Met bijvoorbeeld het tegengif van tegenovergestelden. Om afstand te nemen van algemene kennis, clichés en wat in eerste instantie voorbeelden lijken. Alsook het idee van een karakter, in alle dubbelzinnigheid.
Uiteindelijk lukt het niet om na de onthulling in Sinterklaas te geloven. Voor barbies is er een fase en er is niemand die na het ontgroeien ervan nog op dezelfde manier de pop in handen neemt. Zo ook laat je geleidelijk het ene boek na het andere achter je. Eerst Nijntje, dan de Vroege Lijsters, vervolgens Roald Dahl, Tolkien, Stephen King, Nicci French en de lijst is eindeloos. Je leest hier en daar nog wat wetenschappelijke boeken. Je stapt over naar de spirituele leer. Je pakt er bijbels bij. Had ik de krant al genoemd? Die kwam niet eens aan bod. Maar dit ben ik. Kranten zijn me geen leesvoer. Niet om de taalvaardigheid, want dit tonen ze. Het is teveel van hetzelfde. De schrijfstijl is niet denderend. Het komt op een bepaalde manier over dat ik me vraag, wie vind het leeswaardig? Echt? Wie zegt zichzelf, 'ik ga eens lekker voor mijn plezier de krant lezen'. Plus, het is eerder zorgwekkend en deprimerend, dan dat je er lekker van slaapt. In de verkeerde zin van het woord. Tienduizend kilometer hiervandaan... het is niets persoonlijks. We maken het er wel van. Kun je bij de koffie doornemen wat onze grote vriend Trump te melden heeft. Alsof het een effect heeft op jouw leven. Of hoe erg dat ongeluk in die stad is, waar je nooit naartoe zult gaan. Het zijn tal van onderwerpen waar niemand van wakker ligt, als je het mij vraagt.
Na enige woordkunst te zijn gaan lezen, vielen de kwartjes. Niet als verklaring, maar beschrijving van. En het intellect wil ook wat, toch? Ik kan er een soort schaal van niveaus in zien. Nijntje is supertof als je drie bent. Maar bij dat er in de wasdom al gauw geen uitdaging is, valt het me op hoe we massaal blijven lezen (waar niets mis mee is) zonder uit die fase te groeien (wat een vraagteken plaatst). Volwassenheid is immers een term om aan te geven dat iets groeit totdat het volwassen is. Niet dat het ooit vol groeit, overigens. Er zit geen einde aan. Al komt het zo over in de samenleving. Leeftijd zegt niets als het er om gaat. Net als liefde. Vaak komen we er al op jonge leeftijd in een of andere vorm mee in aanraking. Met een tamelijk vlakke variant. Een soort lage drempel voor beginnelingen. Zijwieltjes, zogezegd. Welke ons ook nog de verkeerde kant op doen kijken. Namelijk die van het ego en niet van het onvoorwaardelijke.
Het is op televisie de normaalste zaak van de wereld, papa en mama schijnen van elkaar te houden en nu jij nog. Je doet gewoon alsof je het weet. 'Ik hou van je' is de slogan en ik vind mezelf authentiek in mijn gevoelens voor deze of geen. Dit is toch een goed begin? Nu, misschien slaan we massaal een goede voorbereiding over en zijn onze ogen groter dan de behoefte. Wat geen behoefte is, maar zucht. Ook is het niet gek dat we eerst iets doen, alvorens we erover nadenken. Er zijn genoeg risico's in het leven dat het geen zin heeft om deze voor elke stap tot in de puntjes door te nemen. Wat opvalt is dat het na een eerste keer meermaals wordt herhaald. We sterven zelfs zonder benul van wat er achter liefde, ons masker en dus ego zit. Of juist niet zit, voor de illusie wat het voorstelt. Zo komt tussentijds beraad niet altijd voor en worden er pitstops gemaakt. Afgelikte boterham? Boeien!
Je kunt soms niet wachten om een kanjer voor je te winnen. Wat ook iets zegt over de mentaliteit in onze cultuur. Het is geen wedstrijd, maar het lijkt er op. Als je op straat al niet eens naar iemand kan kijken, zonder dat diens partner ervan jouw laat weten dat diegene van hem is... Het is me een keer overkomen. Ik keek gewoon. Ik zag iemand. Dit gebeurt dagelijks met het aantal wezens dat de aarde telt. Ik voelde me niet eens aangetrokken. We kunnen angst maskeren. Door boos te reageren wanneer iemands blik op iets van de ander... zucht. Hebzuchtiger kan, maar dit is een voorbeeld van hoe raar we zijn. Ik stopte om zijn boosheid met open armen te ontvangen. Bij de woorden dat ik hem een brok liefde voorstelde, liep hij verder. Mogelijk bewust van zijn gedrag. Althans, dit mag ik hopen. Weten doe ik het niet.
Wat gepaard gaat met de ik-hou-van-je's is een soort tunnelvisie. Je waant je een afgescheiden wezen, eerder dan dat het de illusie ervan onthult. Er mag ook niet van meerdere gehouden worden. Anders is er bonje. Uitzondering terzijde. Overspel is aan de ene kant geen goeds, maar ons idee van liefde is eenzijdig. Het scheidt ons eerder van elkaar af, dan dat we met die open armen aangeven dat ook de vijandigheid van een vreemdeling niet te min is voor het hart. Wat nota bene rondom liefde uitstraalt. Wat geen grenzen kent. Wat door de blokkade pompt, welke het hoofd is vormen. Een hoofd van normen, regels en een gareel waar je je aan moet houden. Het hart is eerder de baas over jou. Het klopt of je wilt, of niet. Niemand beheerst deze motie. Er zit geen stuur op.
Eenmaal in een bepaald gevoel, merk je hoe emotie aan je rukt. Je kan verlammen. In actie komen. Koken van woede en verstijfd iets in je keel voelen bonzen. Het hart bezit je meer dan andersom. En toch is het jouw hart? Met jou als opperhoofd? We schijnen in er aardig in te slagen. Voor je het weet gebruiken we het om te krijgen wat we willen. Zo linkt zich een hart met van alles. Het kan breken, er zitten dierbaren in en het gaat uit naar iemand. Wijl jij erachter zit. Je bent dit van mening versus je feit-verlegenheid. Manipulatief karaktertje, wij die het hart tot ons nemen. Wie ziet, in plaats van als van jou, in dat het niet te claimen valt?
Misschien een idee om de filmwereld niet als voorbeeld te nemen. Om papa en mama te vragen hoe het werkelijk zit. Om bij jezelf te beginnen met een verhoor waarom je denkt eigenaar van je lichaam te zijn. Wijl het eerder andersom is. Dat ik het op jonge leeftijd lastig vond om te zeggen dat ik van iemand hield, vind ik zo gek niet. Wat los staat van het toneelstuk waarin ik mezelf prima, maar dus zweverig tot uiting kan brengen hoe ik van iemand hou. Dat anderen het doen, oprecht of niet, kan ik net zo raar vinden. Wie voelt de dromerigheid niet aan? Is zich niet bewust van verwarring? Neemt het klakkeloos aan?
Het is net als reclame verleiding. Oneerlijk. Zo begoochelend als dat ook deze woorden een waan voorstellen. Druk je dit venster nog weg of hoe zit het? Moet ik het doen? Langskomen om het geloof uit je te sleuren? In het licht van liefde. Wat verder gaat dan alle ik-hou-van-je's bij elkaar. Of wat een stap terug aanreikt. In plaats van aan liefde, alles aan een vraagteken te hangen. Een soort suïcide voor geloof. Zelfmoord, maar dan letterlijk genomen. Let wel, letterlijk. Anders is het lichaamsmoord en dus de alom bekende zelfmoord. Waarbij verwarring- Nah goed. Je snapt het, of niet.