Wie past?


Of de man in de vrouw past, is de vraag. Het lijkt te passen. Waterdicht is het niet. Het passen is weerlegbaar en wat past niet sluitend. Met vragen verlegen is het duo niet in dubio. Het drukt het onzekere weg. Wat geen weg is. Dan is er willen, wilskracht en een vrijende wil. Of het uit vrije wil is, is geen vraag. Geen vrije wil is bewezen. Laat het een mening zijn. Wanneer een man en vrouw kiezen om zich voort te planten, is de beslissing net zo waterdicht als het passen. Wie doet het verantwoord? Wie houdt de natuur in evenwicht? Wie is er echt aan toe?
Er kunnen vragen zijn, welke onbeantwoord blijven. Of niet, en dan zijn de gevolgen voor eigen rekening. Een erectie heeft geduld nodig. Een sceptische houding is rood licht. Ondanks het vocht pas je ervoor. Je kan willen wat je wil. Wilskracht maakt het niet toepasselijk. Het 'pashokje' kan pas worden gebruikt, als deze 'passend' is. Wat voor een pashokje leeg betekent en de vrouw niet alleen nat, maar ook gemaakt om te passen. Dat ook de man de vraag stelt, wie gaat voor wie uit de kleren, om wie te maken?